Voorwoord
Een mooie tweede pinksterdag en een heerlijk boottochtje met familie
en vrienden. De tocht bracht ons onder de gewelven van de oude stad
Den Bosch, afgewisseld met een buitentraject. De gids vertelde
geanimeerd over de historie van de plaatsen waar we langs kwamen.
Het was erg interessant en leuk. Na de tocht hadden we een gezellige
lunch. Toen ik later buiten liep voelde ik een druk op mijn rug,
alsof ik iets meesjouwde. Thuisgekomen schonk ik er niet zoveel
aandacht aan, totdat er een schim in mijn keuken stond. De
vermoeidheid, gelatenheid en zelfs verdriet, kon ik niet plaatsen.
Samen met een vriend die ook bij de boottocht was, zijn we er de
volgende dag wat dieper op ingegaan. Nadat we ons open gesteld
hadden kwamen de antwoorden al snel en samen konden we het verhaal
reconstrueren.
Er was een man, afkomstig uit Yorkshire Engeland en rond 1860
overleden. Hij droeg een lorgnet waar hij nog steeds niet veel door
zag. Het voelde alsof hij door een soort moeras strompelde en 'ziende
blind´ was. Waarschijnlijk hield hij zich op in de gewelven van de oude
stad, 'de onderwereld' waar alles nog het meeste leek op wat hij
vroeger gewend was tijdens zijn eigen leven. Boven de gewelven, in
de moderne stad, begreep hij het hectische leven niet.
Hij klampte zich aan ons vast in de hoop uit zijn 'moeras', zijn
isolement waar niemand hem hoorde, te komen. Samen hebben we hem
duidelijk kunnen maken dat er een groot Licht bestaat en dat daar een
plek is waar hij beter past. We hebben de begeleiders en engelen
gevraagd om hem te helpen de weg daarheen te vinden en hem mee te
nemen uit zijn uitzichtloze situatie. Hij hoefde niet meer te dwalen
in een tijd en een omgeving die niet de zijne is. Samen gebundeld
voelden wij een bijzondere energie en in liefde hebben wij kunnen
helpen. Hij bleef in de gedachten en spontaan werd twee dagen later
de boodschap doorgegeven die hiernaast is afgebeeld.
Wat is er toch veel mogelijk als we de aardse gedachten bundelen met
die uit de sferen. |
|
Opgetekend: 16 juni 2011
De gids vertelt:
Zo lang liep de man al te dwalen. Wilde eerst
niet naar 'Het Licht' want degene die hij achterliet kon hij niet
los laten. Zij kon volgens hem niet alleen zijn.
Aan Gene Zijde was een lieflijke ruimte voor hem klaargemaakt maar
hij sloeg de hulp af en vervloekte zijn gids. En toen hij eindelijk
naar het Grote Licht wilde gaan kon hij het niet meer vinden. Zijn
blik was vertroebeld. Hij klampte zich vast, maar werd niet gehoord.
En nu, lieve ziel, ben je aangekomen.
Degene waar je voor wilde zorgen stond op je te wachten. Die was
immers al lang hier.
In liefde ben je geholpen.
Hij bedankt de aardse mensen die geestelijk zijn hulpgeroep hoorden.
Kurt |