Geestelijke incubatie.
Een tijd van bezinning,
een wachten op ontrafeling.
Iedere dag trekt het aan,
de os sleept de kar voort.
Boven op de kar een zeer ontvlambare stof.
De explosie klinkt al van verre in de oren.
Een uitslaande brand, gordijnen vatten vlam.
De vlammen wakkeren aan, als vurige tongen.
Een sissend geluid weerklinkt.
En na volledig uitgebrand te zijn,
een hoopje grijze as, nasmeulend in de rode gloed.
Tot as zal het vergaan,
en verrijzend uit de stof zal men wederkeren.
Tijd voor geestelijke wedergeboorte.
Zó teder wordt het nieuwe stuk aan de wereld toevertrouwd.
Niemand kan dit ontlopen.
Dit zijn de geestelijke wetten, aan de wereld medegedeeld.
De explosie zal volgen, en de vruchten zullen aan de bomen rijpen.. |
|
 |