|
Opgetekend: 2 maart 2003...
Dankbaarheid.
Nachten vol emoties, doordrenkt van mateloze pijn, weerspiegelen zich nu in de spiegel van het leven.
Het enorme vertrouwen wat zo broodnodig was, was lange tijd aan diggelen geslagen en leek zo uitzichtloos.
De verwijtende vinger, de onmacht, en het daarbij voortdurend
verwonden schaafde oude wonden continu geheel open.
Toen het complete inzicht dat geen enkel mens in geen enkele mate
verantwoordelijk is voor de aan de ander toegebrachte wonden.
De scherven die er zijn ingestoken staan vlijmscherp in het hart.
Het maakt niet uit hoe ze zijn veroorzaakt, maar achteraf gezien
hebben zij de mens laten groeien tot grote daden.
Pijnen en de daarbij behorende emotie hollen immers de diepste lagen
uit.
Tevoorschijn komt een stuk zelfrespect om de oude wonden met
eigenliefde te vullen.
Groot is de mens die na diepe pijn, en soms ook groot verlies of
trauma, zichzelf weer neer durft te zetten en dank uitspreekt aan de persoon
die door deze daad de ogen heeft geopend.
Stil is dan het begrip en de diepe bewondering voor mensen
die na lange tijd het kruis van elkanders schouders mochten verwijderen.
|
|
Het leven wat eerst zo kleurloos leek krijgt heel langzaam weer een
schittering.
En met behulp van Gods grote schilderspalet krijgt het leven weer een
sprankelende kleur. |
|
|