Een kast met oude planken. Duimendik stof op de dozen. De
boekenleggers bijna doorgezakt, eeuwenlang opgestapeld.
De dozen, een kiertje open. Het stof waait op, oude documenten
worden zichtbaar. Jaar na jaar, eeuw na eeuw opgestapeld.
Oude geheimen drukken hun stempel, leven na leven. Iedere eeuw zijn
vingerafdrukken nagelaten, alle karmische levens op een rij.
Het ene leven vredig, daarna doordrenkt van haat. Ooit elkanders
hoeder, soms elkanders broeder. Maar velen getuigen van strijd.
Conflicten, opgestapeld tot haat en nijd.
Ieder leven een ander perspectief, weer een gestapelde doos er
bovenop. Bloedverwantschap, hele oude banden met vrienden.
De plank zakt door.
Alle wijsheid verzameld in een doos, rechtstreeks uit de grote
bibliotheek. Netjes gerangschikt om in deze levens weer te
gebruiken. Ieder mens zijn eigen programmering. Heden, verleden,
doos na doos tot op de bodem omgekeerd om alle vaardigheden er uit
te halen. Om ons leven goed te laten verlopen.
Weggestopte angsten, tomeloos verdriet in de bovenste dozen. Maar
ook ongekende vreugde om dit eindelijk weer naar boven te kunnen
halen.
De kast ruimt op, de dozen in het volle licht. Het oude stof er af
geblazen, rij voor rij wordt afgewerkt. De dozen geleegd..
De kennis van eeuwen wordt weer gebruikt, de lucht gezuiverd. De
kast wordt opnieuw ingericht, schoon en licht, glanzend in 't nu.
En de dozen, zij zijn licht. Ontdaan van hun zware last.
Getooid met nieuwe linten, voor een fris en nieuw begin.. |