|
Opgetekend: 4
maart 2020
De mens wordt geboren als een onschuldig klein
wezen. Lief en teer de wereld inkijkend. Niemand ziet dan de
achterliggende boodschap, hetgeen men vóór de geboorte al heeft
afgesproken aan Gene Zijde. De taak die dit wezentje op de
schouders heeft geladen. Zoveel zaken die in dit
leven en het vorige zijn blijven liggen komen weer aan bod.
Alles is blanco. Maar de terugtocht is ingezet om karmische
zaken af te handelen. Vele zielen hebben teveel op
hun schouders. De afspraak om alles in dit leven af te maken is
bijna onmogelijk. Zij gaan gebukt onder pijn, verdriet en oude
angsten. Maar wat is hun gids trots op hen dat ze dat durven
aanpakken. Hele oude rugzakken worden geleegd, ook al staat de
mens te trillen op zijn benen. Groot zijn zij die
durven te lopen met doorzettingsvermogen, in de lijn van het
allerhoogste. De hulp die ze krijgen is maximaal. Gidsen,
engelen en het Allerhoogste schijnen hun licht er overheen.
Doorzettingsvermogen en wilskracht. Dat zijn de sleutelwoorden,
in liefde volbracht. Zij verdienen alle lof en men is trots op
deze zielen. |
|
|
|
|
|