|
Opgetekend: 21 oktober
2002...
De uitgesleten treden, de onbegaanbare weg.
Met sterk geïnspireerde kracht
kan men deze weg vervolgen.
De knieën met bloed besmeurd, knielend over de ontoegankelijke delen.
Geen verbandmiddelen in het verschiet, de korsten zullen ooit weer helen.
Als men vooruit had kunnen kijken was men voorbereid op weg gegaan.
Stukken op de knieën genaaid en de ellebogen sterk ingepakt.
Er was geen waarschuwing vooraf.
Van het een op het andere moment kwam men van vlakke delen op de hoge steile berg.
Nimmer had men kunnen bevroeden dat toen men op de gemakkelijke lagen
liep de top nog moest zien te bereiken. De weg leek toen al zo zwaar maar naarmate het klimmen verderging, werd men immuun voor alle pijnen.
En als men begon te weeklagen brak steeds de sabbat aan.
De rustdag om bij te komen, om nieuwe proviand in te slaan.
En de ademhaling te reguleren voor het laatste pad in de Himalaya.
Maar degene die vechtlust had en durfde er aan te beginnen die zal, al duurt de reis nog zo lang,
uiteindelijk overwinnen.
De top die velen in de eeuwen hebben proberen te verslaan.
Wij mogen hem proberen te bedwingen om eenmaal boven te staan.
Dan wordt de vlag gehesen, alle uitersten zijn gebruikt.
De overwinning is een feit, het koste zoveel pijn en tijd.
Dan heeft men het ego verslagen, de mens is ondergeschikt gemaakt.
De bergen hebben overwonnen, men heeft de lange tocht niet voor niets gemaakt.
Met de ijle lucht in de longen kijkt men over de rotsen uit.
Het totale zijn doorstroomt een ieder.
Met kracht heeft de mens iets neergezet wat hij in verste verte niet kon bedenken.
De barre tocht is bijna ten einde gekomen na lange tijd.
Met kracht en doorzetting tot in eeuwigheid.
Enkele hadden deze weg gelopen, de martelaren van die tijd.
De weg die innerlijk werd gewezen heeft navolging gekregen tot in ons diepste wezen.
De ziel is hierdoor gaan herleven, het lichaam is in kracht ingeboet.
Nooit zal men sterker wezen, opdat men op deze tocht is gevoed. |
|
|
|