|
De Weg Naar Het Licht.
Aan het einde van het pad, tussen de talloze bomenrijen,
glinstert een streepje licht.
Op de tast daarheen gelopen.
Vaak op de knieën verder gegaan.
Kuilen, kiezels, zó moeilijk te blijven staan.
Maar op het einde het Grote Licht waar men naar toe wordt
getrokken.
Wat deren dan die zere knieën?
Dan loopt men verder heel gericht.
Een witte figuur komt aangelopen met een lantaarn voor zich uit.
"Kom maar hierheen mijn kind."
"Dit is de weg tussen alle donkere bomen. Ik ben je niet voor
niets tegengekomen. Ik zal je helpen je wordt eeuwig bijgelicht,
zodat je de weg zult herkennen."
Hand in hand vervolgen wij ons pad.
Wij noemen hem 'De Weg Naar Het Licht'. |