|
Opgetekend: 14 september 2004..
Vanuit de diepe vallei kringelen
rookslierten omhoog. Vele eeuwen broederschap, verbroedering met vele
stammen.
De wind waaide over, een nare koude wind. Het bracht vele
onheilstekens met zich mee. De broederschap wankelde op zijn veste en
de vredespijp werd niet meer gerookt.
De zon die zo lang straalde boven de vallei, die volwassenen en
kinderen blij maakte, had zijn glans verloren. En de harten van de
bevolking verkilde..
De winter naderde met rasse schreden. De huiden die de volken moest
verwarmen, zij hadden geen functie meer toen het bloed over de velden
liep.
Zij kwamen, met hun blanke huid. Deden zich voor als handelaren en
overal, zo ver het oog reikt, werd er gemoord en de vallei brandde.
Geen vreedzame morgen meer. De horizon tekende zich schril af boven de
verbrande gronden waar eens een vredelievende stam vertoefde.
Vrouwen, kinderen, allen afgeslacht. Daar waar de rituelen zo zuiver
waren. De dag ging over in de nacht, een zeer groot volk is ten onder
gegaan.
De hebzucht, om land te bezitten, om allen met een rode huid te willen
vernietigen zal door de eeuwen heen zijn naslag hebben. De mensheid
heeft daarmee een zuiver volk voorgoed uitgeroeid.
De seizoenen wisselen zich af.
De geest van de Grote Spirit is nooit te verwoesten. De wijsheid en
complete zuiverheid, wat een baken had kunnen zijn voor vele volkeren,
is in het graf ten onder gegaan.
"Het is goed", dat waren hun laatste woorden.
"Als zij met hoogmoed ons prachtige land willen verslaan,
laat ons in vrede mediteren en naar betere jachtvelden gaan".
In het najaar komen wij terug.
De geest van de grootste indianen komt voor u te staan. En zonder
vergelding voor wat ons is aangedaan komen wij de bleekgezichten
helpen en bijstaan. Dan zullen wij onze ware gezichten tonen en helpen
het ego te verslaan. In liefdevolle daden tot u komen en de strijdbijl
laten staan.
Broeders van hart tot hart, wij indianen van het zuiverste soort
zullen u de voorbeelden aanreiken zoals het echt bij u hoort.
De gids. |
|
|