|
Opgetekend: 19 november 2013
|
Eeuwen geleden, in de Hoge Landen, leefden de ijsvolken. In
berenvellen gehuld vereerde men de afgoden. Houten beelden
werden uitgewerkt om het geloof er in te zoeken.
|
|
En onder al die volken leefde de wijze vrouw. Met haar ogen
gesperd aanschouwde zij verleden, heden en toekomst.
Zij kon zo mooi genezen. De juiste kruiden wist ze te vinden en
samen met de kruidenvrouwen roerde zij in de ketels, die
borrelden met diverse drankjes. Zij hielpen bij ziekten en
zwangerschappen.
Hun intuïtie was zeer groot.
Uren liepen ze langs de vloedlijn en in de bossen om hun
wijsheid tot zich te nemen.
De wijsheid van die tijd zit in veel vrouwen van deze tijd. De
liefde en wijsheid die zij nu nog voelen kunnen zij koppelen aan
de grote wijsheid uit die tijd en hun incarnaties. De wijsheid
gaat immers nooit teloor. |
|
|
|
|