|
Opgetekend 23 januari 2003...
Een lichtbaken in de mist, een mens die wanhoopt ziet ze niet.
De weg is bezaaid met kuilen waar men telkens in wegglijdt.
Tranen omfloersen de ogen.
Het pad is niet zo stijl, maar de blik is vertroebeld en de weg steeds zwaarder.
De open gaten zijn zichtbaar, klaar om gevuld te worden.
De holle elementen schreeuwen om liefde
naar de lege plekken te sturen.
Een kuil van verdriet,
een kuil van eenzaamheid,
een kuil van wanhoop,
men hoeft ze alleen maar op te vullen.
De zuivere liefde sturen naar de onherbergzame plaatsen vult de
diepste gaten en geneest de wonden.
Als de mens eerst zijn eigen stukken opvult, de buisjes puur goud
verspreiden in de diepste gaten, dan zal de ommekeer beginnen.
Een mens die weet van zichzelf te houden opent de poort naar zijn medemens.
En de zoete liefde zal zich ontvouwen.
En de kille eenzaamheid verdwijnt voorgoed. |
|
|