|
Opgetekend: 26 januari 2003...
Als de man en de vrouw
gezamenlijk naar de horizon kijken zien zij een enorm reuzenrad.
Vele bakjes gevuld met mensen die allen angstvallig naar beneden
kijken.
Met een angstaanjagende vaart is het rad in beweging.
De bakjes schudden. De mensen zitten met witte knokkels vastgeklemd in
de stalen bakjes.
Met een enorme vaart stort het eerste bakje naar beneden.
Vlak boven de grond valt de persoon eruit, alsof de wereld even stil
komt te staan.
Met duizelingwekkende vaart er uit gegleden.
De scherven op de grond glinsteren in het maanlicht.
Iedere snede herinnert eraan hoe men vele verwondingen heeft opgelopen
in de voorgaande eeuwen. Alle pijn die men voelt, of zeker een ander
heeft aangedaan. Kijken naar waar men tekort is geschoten, is beslist
niet een mens' grootste verdienste.
De trip in het rad is ten einde gekomen met een landing met de neus in
het zand.
Opstaan en gehavend verder gaan is het enige uitgangspunt.
De man en de vrouw, gekneusd over de kop, om als nieuwe
persoonlijkheden uiteindelijk verder te gaan.
Wat deren dan de uiteindelijke verwondingen, als men weet dat de ziel
op weg is naar huis.
De geestelijke weg, afgebeeld in vele facetten, is de enige weg die
leidt tot volmaakte groei. |
|
|
|
|