Steeds loop ik te zoeken,
tik ik tegen vele bekenden aan..
Hé, kennen jullie mij niet..?
Ik was toch jouw vriend..?
Waarom geef je mij geen antwoord..?
Ik loop hier maar..
Mijn benen zijn wel héél licht en alles flitst voor mijn ogen.
Verderop ligt een auto om een boom heen gevouwen. Die heeft een
klap gemaakt denk ik.
En wie is die toch die vrouw..?
Wat doet mijn vriendin daar en waarom huilt ze zo..? Hé liefje,
ik ben toch hier!
Was je mij aan het zoeken..?
Ik hoorde mensen spreken over mij. 'Hij was toch zo'n goede
jongen.. Wat erg voor haar en de baby die zal komen..'
Een grote stille witte figuur loopt ineens naast mij.
'Zie je, lieve man, wat er is gebeurd?
Jouw lichaam is verongelukt, maar je ziel is zoekende. Ik wil je
meenemen naar het grote licht..
Neem maar afscheid van hen daar, dan zal ik je naar jouw
geestelijke huis brengen waar je mag bijkomen in de
uitslaapkamer. Jouw leven is ten einde. Vriendin en kind gaan
door, tot een uiteindelijke hereniging. Jij mag hun geestelijk
huis vast inrichten..' |