|
Opgetekend:
14 november 2006..
Voor vader.
Een zilvergrijze duif strijkt neer in de boom. Dat was de plaats
waar zij zich zo fijn voelden, samen op een tak, het leven
overdenken.
Zo was de jeugd, het opgroeien der kinderen die later zelf
gingen vliegen. De kleine duiven die dáár weer uit voort
kwamen..
De zilvergrijze duif mijmert.
Wat zijn de dagen nu grauw. Geen stralende ochtenden meer en
geen gezamenlijk gekoer.
De ene duif is weggevlogen en vliegt nu aan de andere zijde.
Hoog, vrolijk in zomerland.
En de andere duif is zo eenzaam..
Wat heeft het voor zin om nog te koeren..
Maar kom zilvergrijze duif, laat je kopje niet hangen, hou nog
even vol. Probeer iedere dag een stukje te vliegen en aanschouw
de mooie Goddelijke wereld. En als jouw tijd is gekomen dan mag
je met zege óók je ogen sluiten.
Twee duiven, altijd samen in de boom.
Het koeren is tijdelijk verstoord.
Laat de duif die is uitgevlogen maar wachten op de lijn, dan zal
de plek niet meer zo lang leeg zijn en koeren ze ooit weer
samen. |
|
|