Twee lichtende gestalten dragen een persoon mee.
Rechtstreeks van zijn ziekbed, mee naar het grote Licht.
De tunnel was al zichtbaar, een hel wit licht.
De man werd van
de aarde vervoerd naar zijn geestelijk huis.
Géén pijnen meer, zonder beperkingen.
Een vrije ziel wordt met liefde meegenomen.
Daar wacht hem 'n weerzien.
De lichtende gestalten gaan hem voor, in hereniging met zijn
meest dierbare familieleden.
Tijd voor rust, geestelijke rust. Hij wordt gedragen naar zijn
rustbed. Om na lange tijd opnieuw geestelijk te ontwaken.. |
|