|
Opgetekend:
7 april 2008..
|
Een oude vrouw kwam aan in de sferen.
Al zo lang op zoek naar haar levenspartner geweest. De laatste
jaren waren zo moeilijk voor haar geweest, eenzaamheid speelde
haar parten.
De jaren samen waren zo harmonieus. Zelfs tijdens zijn ziekte
was er nog dat fijne gevoel, dat samen leven, samen ook pijn en
verdriet. Maar altijd die ander om tegen te praten.
Toen die vreselijke schrik, het hart van haar levenspartner dat
ermee stopte. Hier hielp geen ziekenhuis of dokter meer. De man
was niet meer.
Ineen gedoken zat zij op haar stoel. Het gevoel van leven was
weg. Hij die zoveel voor haar betekende was er immers niet meer.
's Avonds bad ze tot de Vader, alstublieft, komt U mij toch
alstublieft halen, ik ben zo eenzaam. Zonder hem heeft het leven
geen betekenis meer.
En de Vader zag haar strompelen en wist dat haar laatste dagen
ook waren geteld.
´Kom maar lieve mens, die laatste dagen schenk ik je. Dan kom ik
je halen en neem je mee, daar waar je je levenspartner weer
terug zult zien..´ |
En hij stond klaar en te wachten, de armen wijd gespreid: ´Kom
maar liefste, laat maar los, het huis van de Vader wacht. Daar
mogen wij samen zijn. In liefde vertoeven en groeien. Laat je
maar leiden door het Witte Licht. Voortaan zijn wij altijd
samen..´ |
|
|