|
Opgetekend: 19 maart 2015
|
Een lichtflits boven het water, een baken van
licht. Een groot schip in de problemen.
Veel seinen om hulp.
Koortsachtig liep men over het dek...
De brand, die begon in een hut als een klein vuurtje, heeft zich
uitgebreid over de dekken.
Ik was aan boord en probeerde met man
en macht naar boven te komen.
Niets werkte mee: Geen lift en deuren die niet wilden openen.
Veel gehuil en geschreeuw om mij heen. Ik duwde steeds tegen
dezelfde deur, die zo klemde. Dat was immers de weg naar de
vrijheid dacht ik. Zou ik dat gaan halen?
Maar de vlammem likten en mijn kleding stond snel in brand. En
wat een rook, ik kon niet meer ademen.
Ik zat gevangen.
En toen ineens die steekvlam. Het trof mij in
mijn gezicht. Dat, waar ik altijd zo trots op was. Mijn mooie
blauwe ogen, mijn verzorgde snor, alles in één klap verwoest. Ik
had geen identiteit meer.
De pijn was niet te harden en ik schreeuwde het uit. Toen voelde
ik dat ik opgetild werd en meegezogen. Een grote witte tunnel,
daar kwam ik in terecht. Op mijn netvlies zag ik mijn leven aan
mij voorbij gaan. Mijn jeugd, mijn gezin, alles zo duidelijk. Nu
kon ik niet meer terug.
Mijn kinderen zonder vader.
Help Vader, om deze mensen die ik achter heb gelaten deze pijn
te doorstaan. Help alstublieft mijn vrouw, mijn ouders en de
kleine baby om door te gaan met leven. Help mij ook van dit
traumatische stuk af, waarin mijn gezicht oploste.
De man zonder
gelaat, vol met brandwonden.
Het vuur likte, mijn ziel hing erboven en werd meegenomen.
Ongetwijfeld was het mijn tijd. Maar op déze manier, dat wens je
geen mens toe.
Blij dat ik dit mocht doorgeven.
Vaarwel moedertje aarde, ik ben aan mijn nieuwe kringloop
begonnen.
Met dank aan de gids die het mogelijk maakte dit te verwoorden.
|
|
|