|
Opgetekend: 24 september 2020
|
Als moeder en dochter liepen wij samen over de
straat. Het weer was slecht, zware regenval en af en toe flitsen
in de lucht en een zwaar gerommel. "Ik hoop dat wij veilig thuis
komen", zei ik tegen mijn dochter. Zulk zwaar weer is het
meestal niet. Wij besloten te gaan schuilen onder
de grote bomen. Toen een enorme flits, een knal en de boom
spleet in twee delen. De bliksem had hem frontaal geraakt. Mijn
dochter gilde en lag plat op de grond. Maar ik voelde de aarde
niet meer... Dikke tranen liepen over mijn wangen.
Het vuur van de bliksem had mij geëlektrocuteerd. Mijn hart
had het begeven. "Help, God help mij, waar is mijn dochter?"
ging het door mij heen. Wij waren altijd zo blij met elkaar,
zo’n hechte band. En nu waren onze levens uiteen gerukt. Ik
voelde dat ik werd verplaatst, veel licht en warmte om mij heen.
Maar ik wilde leven, van iedere dag een feest maken...
Maar nu was mijn leven over en kwam ik in een andere dimensie.
Nooit had ik verwacht dat ik zo plotseling zou sterven. "Help
a.u.b. mijn kind, die het nu zonder moeder zou moeten doen".
Ik zou haar niet meer zien opgroeien, trouwen, misschien
kinderen. Geen oma worden. Ik kijk nu al uit naar
een hereniging, terwijl ik weet dat het wel eens heel lang kan
gaan duren... Lieve kus |
|
|