|
Opgetekend: 6 september 2021
|
|
De avond was ingevallen. Donkere
wolken aan de horizon. Een natte gladde weg weerspiegelde in de
koplampen. Het ergste was de wind. Als een complete storm.
Weinig zicht, ik zwalkte over de weg. Mijn
vrachtauto slipte, net nog in toom te houden. Op mijn wagen
lagen stapels buizen. Ze waren wel vastgezet, maar er zat
beweging in. En toen was het niet meer te houden. Een grote
windvlaag, de wagen kantelde en de buizen schoven weg. Doordat
de auto op zijn kant kwam te liggen werd ik er uitgeslingerd.
Heel langzaam kwamen de buizen over mij heen. Wat een
ongelooflijke pijn, wat een dood. Ik denk dat de gidsen mij
hebben opgehaald, net voordat de pijn onverdraaglijk werd.
Nu leef ik niet meer op de aarde. Lieve vrouw, lieve kindjes
van mij, Pappa komt nooit meer thuis. Wel voel ik mij
bevoorrecht dat ik dit door mag geven. Dood is
voor mij geen einde. Daar ben ik nu van overtuigd. Ik
mis de aarde, maar ben in goede handen. Mijn
aardse naam was Piet |
|
|
|