|
Opgetekend: 15 juli 2014
Voorwoord
‘s morgens vroeg lag ik te mijmeren. Het werd verstoord door
mensonterende beelden.
Locatie niet bekend. Alles gingen over martelingen, vierendelen, kokende
olie op genitaliën,
opgehangen aan haken, etc. Ik wilde niet kijken, toch bleven de beelden.
Later kwam het volgende:
Misselijk makende martelingen, de mens deinst
nergens voor terug. En al zijn ze meestal gebaseerd op sadisme,
deze martelingen waren erg seksueel getint.
De mens raakte er opgewonden door.
De wereld kijkt toe, zeer geschokt.
Veel mensen in oorlogsgebieden zijn geestelijk ziek en terug in
de methoden van de middeleeuwen. Geen respect, dierlijk gedrag,
onmenselijk. Men denkt: "Het is maar een mens, daar trappen ze
over heen".
En de oorlog raast voort...
Veel kinderen, ouderen en de zwakke bevolking zijn het
slachtoffer. Twee partijen en allen bezeten van haat.
Een gedachte: De ander uitroeien.
Wat de martelingen betreft, dit wilt u niet mensen. De
Goddelijke Wereld vraagt u: Ga allen in de kring staan.
Omvat elkaars handen en bid of mediteer, dat dit onmenselijke
gedrag mag stoppen en de geest van de mens weer rein wordt.
Laat de haat stoppen!
Het escaleert en straks is het te laat... |
|
|
|