Terugblik op een tragedie
Mijn leven was een tragedie. Ik was een Jodin en leefde in een
tijd van angst en ontzetting.
Ik wil graag mijn verhaal vertellen en ook benadrukken dat niet
ieder mens slecht is en dat er wonderlijke zaken gebeuren...
Heel voorzichtig hield ik mijn baby tegen mij aan, onrustig om
mij heen kijkend.
Die ochtend was ik op transport gesteld met
mijn twee kinderen.
Ik hoorde het ratelen van de trein. Als Jodin was het zo onzeker
en voelde ik mij al heel lang onveilig.
Mijn zoontje van twee zat naast mij, onwetend wat ons te wachten
stond.
In wat voor wereld leven wij?
Wat gebeurde er toen om ons heen?
Toen de trein stopte werd ik hardhandig beetgepakt. Ik gilde zo
hard toen mijn kinderen mij werden afgenomen. Dat kon toch niet,
de baby kreeg nog moedermelk.
Ik dacht terug hoe het gebeurde.
Ons huis werd gevonden. Zij trapten tegen de deur en vonden onze
geheime bergplaats. Het was zo moeilijk om je te verstoppen met
twee kleine kinderen.
En nu stonden wij op het perron.
Wat zouden ze met mijn kindjes doen...?
Ik werd in een barak gestopt en vaag hoorde ik kinderen huilen.
Mannen lachten. Ik was waanzinnig bang. 'Mammaaa...' hoorde ik en
versteende van angst.
|
|
Dat ze mij gingen doden stond vast.
Een Jodin had immers geen
waarde.
Wij waren het ondergeschoven volk.
Toen ik aan gene zijde was vroeg ik:
Waarom die haat...?
Waarom waren wij minder...?
Het antwoord was dat het uitgedacht was door een ziek brein. Nu
kijk ik terug naar die gruwelijke dag, wetend dat ik mijn
kinderen niet kon beschermen.
O, Vader in de hemel, zei ik, laat zij dit overleven.
Ik heb het helaas niet meegemaakt.
Vaag hoorde ik dat ze schoten op kinderen, net zo lang tot ze
stil waren. Hoe hartverscheurend is dit allemaal.
Mij voeren ze weg, de dood in: naar de gaskamer.
Mijn laatste gedachten waren bij mijn onschuldige kinderen. Toen
ik in het licht was werd mij verteld dat mijn kinderen waren
meegenomen door een Duitse officier. Zij kregen een goed leven.
Zij werden gered door deze man met gevaar voor eigen leven,
ondanks dat ik weet dat ze mij nooit hebben kunnen vergeten.
Deze waanzin, dat kan toch niet!
Hoe ver kan een mens zakken en zich verlagen.
Mijn naam was Eva.
Wat mooi dat er ondanks dit leed ook nog goede zaken
plaatsvinden. |