|
Opgetekend: 18 april 2020
Voorwoord
Oudere mensen samen of zelfs alleen uitkijkend door de
ramen. Afgesneden
van het dagelijks bestaan. Veel verdriet en
eenzaamheid. Niet bereikbaar voor familie en vrienden. Voorzichtig, in
de strijd tegen het virus.
Jongeren totaal de ernst van alles negerend,
in grote groepen samenscholend.
Onaantastbaar?
Wat doet het met de mensheid? Het virus maakt heel
veel los. Het verbindt en verdeelt mensen. Angstige
mensen, mensen met bedenkingen... Sommige mensen maakt het
kwaad om opgesloten te zitten, in welke vorm dan ook. Inbreuk
op relaties. De mens wordt pas opgeschrikt als er
in zijn of haar leefgebied iemand ernstig ziek wordt. Sommige
mensen zien dit als een straf. Of vinden dat de wereld toch al
te vol was. En soms raakt men de controle kwijt.
Het zorgt in ieder geval voor verbinding. Mensen doen weer
dingen samen. Alle goede eigenschappen komen naar boven. Samen
leven, samen voor elkaar zorgen. Zeker om levens te sparen en te
verzorgen. Ook de bovenlaag wordt bloot gelegd.
Oude conflicten, vastgeroeste werksituaties die niet kloppen.
Zoals de natuur zich weer hervindt in zuiverheid. Een frisse
douche voor planten, bomen en dieren. Alles herpakt zich weer.
Het virus ligt op de loer. Vele mensen blijft
het niet bespaard. En velen gaan er niet bewust mee om. Maar het
heeft ook positieve effecten zoals de mens ermee omgaat: Wakker
schudden in alle toonaarden. De mensheid was vastgelopen. Men
zag zijn naaste niet echt meer. Alles was te gewoon geworden.
En
door zo’n virus worden de puzzelstukjes gelegd. De
puzzel van het leven en hoe daarmee om te gaan... |
|
|
|