|
Opgetekend:
2 juli 2005..
Bij het beluisteren van een DVD van
een Afrikaanse zangeres, Rokia Traoré, ontstond een drang om te
schrijven:
Twee handen gebonden, angst op het gelaat.
In de schroeiende zon op weg naar een onbekende bestemming.
Geen hulp te verwachten, alleen in de slavenverblijven.
Overgeleverd aan hen die zich verschuilen achter een blanke
huid.
De taken waren ongelijk verdeeld. Vrouwen en kinderen uitgeblust
van de ochtend tot de avond. Werken voor de voorname lieden in
de rijke huizen.
Een donkere huid, vogelvrij speelgoed voor alle blanke heren.
Een voetveeg tot in de late uurtjes om alle lasten en lusten te
blussen.
Het 'vrouw'-zijn totaal verscholen, eelt op de ruwe handen. In
de slavenverblijven huilende kinderen die in de tussenliggende
tijd zijn geboren.
Waar is de waarde van de vouwen die door de slavendrijvers
werden aangestuurd? Met kettingen geboeid en versleept naar de
markten om aan de hoogste bieder te worden verkocht.
Geen tijd voor tranen op de donker getaande huid. Onderdanig
vanaf de geboorte. Uren op de katoenvelden, werken in de
brandende zon.
En de slavernij vierde hoogtij.
De eigenaren werden rijk over de ruggen van hen die totaal geen
leven hadden. Slechte behuizing en medische zorg.
En de slavernij werd opgeheven.
Vrije, dolblije mensen in een stralende zon.
Nooit en te nimmer meer ketenen.
Dankzij het geloof werd de vrijheid ingesteld.
Mensen, ervaar deze vreselijke levenswijze. Probeer nooit meer
mensen zó te onderdrukken. Laat alle mensen waardig zijn.
Dat de slavernij nooit meer zal terugkeren.
Samira. |
|
|