|
Toen ik op de aarde was miste ik mijn been.
Geamputeerd, vertelden ze mij.
Ik voelde mij zo erg afhankelijk. In aardse termen kreeg ik
gangreen. Vanaf de stomp hebben ze het afgezet.
Wat is een mens dan verdrietig.
Nooit meer zelf kunnen lopen of ergens heen kunnen gaan.
Natuurlijk was ik blij met mijn rolstoel. Die zorgde dat mijn
leven nog ingevuld was. En als ik dan 's avonds op de bank zat,
dan voelde ik het gemis van het onderbeen. Zo leeg, zo kil.
Nooit meer uitwaaien aan het strand. Ik was zo trots op mijn
benen. Ze waren erg fraai.
Nu is mijn aardse leven al ten einde.
In rust vertoef ik aan Gene Zijde. En mijn benen, gevoelsmatig,
doen het weer. Ik kan weer mijn dans dansen.
Allen die zich mij herinneren dank ik voor de hulp die ik in
liefde van jullie kreeg. Het maakte mijn leven zinvol. Wij
konden zo fijn filosoferen.
Nu heb ik geen benen meer nodig.
Ik wordt gedragen in Gods armen.
In totale liefde. |