|
Opgetekend: 6 februari 2019
Voorwoord Al weken
had ik last van een zere voet. Heel moeilijk om een schoen te dragen.
Heel onhandig en
het woord klompvoet kwam steeds in mijn hoofd.
's middags begon mijn pen te schrijven en dit is
de tekst die doorkwam...
Door de eeuwen heen was ze niets anders gewend, dat ze haar voet
met zich mee moest slepen. Dik, ruw en niet vooruit te krijgen.
Het leek op een klompvoet. Zelf noemde ze het een ongelukkige
voet. Tegenwoordig zou ze een aangepaste schoen moeten dragen.
"Pauline was mijn naam", vertelde zij. "Het stoorde mij zo,
die ongelukkige voet. Hoe zouden mensen naar mij kijken?"
Ze was zo erg op haar uiterlijk. Ze hield van mooie kleding en
heerlijke geuren. Eigenlijk was zij een mooie vrouw, behalve
als men naar haar voeten keek. Helaas was ze er mee geboren. En
het zou kunnen dat ze dat in vorige levens ook al had. Ze zag
immers in dromen altijd die mismaakte voeten. |
|
"Nu ben ik gestorven, en niet meer op
de aarde. En aan Gene Zijde is het probleem van de voet
opgelost. Hier ben ik vrij. Maar ik wil dat toch laten
voelen en weten hoe dat voor mij was op de aarde".
Nu was het tijd voor het medium die mijn woorden oppakte om
het zichzelf niet eigen te maken. Laat het immers dáár waar
het vandaan komt. Buiten de pijn maakt het de mens
immers onzeker. Groot is de kracht als de mens zonder
klachten is. Maar ieder huis heeft zijn kruis. Daar komt de
mens mee verder...
|
|
|