De rookpluim is van verre te
aanschouwen,
het sein: ga aan boord is gegeven.
De motoren zijn gestart,
de schepen zijn aangemeerd.
Vol triomf en liefde zijn de boten gearriveerd,
vele keren zijn zij van koers geraakt.
Uiteindelijk zijn ze aangemeerd,
toen het hart werd geraakt.
De bitterheid en smart, het is niet meer,
liefde en vergeving uit het weleer.
Er wordt diep in de beurs getast,
voor een presentje dat bij u ieder past.
Alles is aaneengesmeed en glimt je tegen,
God heeft zijn kinderen naar huis gebracht.
Vol van zijn innerlijke zegen,
houdt Hij van u met al zijn kracht.
Het patroon uit uw dagelijkse bestaan,
zal totaal anders gaan lopen.
Nieuwe paden wijst hij aan,
en u allen zult met hem meegaan.
Gezamenlijk loopt men naar de rivier,
aan Gods water kan men laven.
Helderder water zal men nooit meer vinden,
u bent nu in God zijn haven.
De boot, vol met man en macht,
heeft u heelhuids aan de oever gebracht.
Om u in nieuwe wateren te begeven,
de start voor een 'nieuw leven'.
De groep mensen waarop u het meest vertrouwt,
daarop heeft God zijn tempel gebouwd.
U mag het van de daken schreeuwen,
eindelijk gerechtigheid na vele eeuwen.
De plannen, zij liggen klaar,
de Heerschare helpt u aldaar.
Laat het grote plan zich ontvouwen,
God gaat eerdaags op u steden bouwen.
Een lichtflits, het zal u verblinden gaan,
u heeft nog nooit voor zoiets ingrijpends gestaan.
Een kleine mens wordt opgeheven,
alle wijsheid wordt u gegeven.
Verbind u met uw zielenkameraad,
en zorg dat men klaarstaat.
Bij het schuiven van dag en nacht,
komt voor u die onwerkelijke kracht.
Velen zijn geroepen, weinig uitverkoren,
u weet waar u bij wil horen.
De sikkel van de maan zal u het teken geven,
u staat nu werkelijk voor het nieuwe leven. |