|
Opgetekend: 23 maart 2015
Mijn leven was op het einde zo uitzichtloos.
De pijn, de wetenschap dat ik toch ging sterven.
Ik zag dat mijn partner weer gelukkig was met een ander en dacht
dat ik het niet doorhad. Ons leven samen was goed. Wij hielden
van muziek, kunst en cultuur. Maar ik zag dagelijks de leegte in
haar.
Het spirituele stuk werd niet voldoende gevoed.
Zij had nog een ander doel in haar leven. En de man die daarbij
hoorde was ook door het leven getekend. Hij voelde zich verlaten
en opgezadeld met de vreselijke ziekte, die hij wel mocht
overwinnen.
Deze twee mensen mochten van mij verder met het leven. Zij
konden immers elkaar helen. Heel stiekem gaf ik mijn
goedkeuring.
Vader, mijn leven was goed.
Ik vroeg: “Haal mij maar op”. Of nog beter, ik wilde uit het
leven stappen als de arts het goedkeurde.
Ik wilde naar het geestelijke huis, zonder pijn, zonder
verwarring. Plaats makend voor deze twee mensen die ik in liefde
loslaat om hun leven te gaan leven. Ik heb er vrede mee en met
een glimlach nam ik afscheid. En als ik nu kijk, als twee pubers
zijn zij doorgegaan.
Ik ben nu in het huis van de Grote Vader en besef terdege de
kringloop der ziel. Door plaats te maken voor dit nieuwe stuk
kunnen deze twee mensen hun karma voltooien.
Anoniem |
|
|
|