|
Opgetekend: 10 december 2017
Voorwoord:
Met de Kerst in zicht en de lange donkere
avonden, dan wordt de mens wat melancholiek.
Wat was het altijd fijn, de familietraditie, de
gezamenlijke feestdagen. Alles is immers uit elkaar gevallen en het
gemis blijft. Tijdens het piekeren daarover kreeg ik een tekst over
het gevoel, over dat lege kerkhof.
De gids vertelde:
|
Ik bracht je naar het graf mijn kind, waar je in
gedachten twee lichamen zag liggen. Het voelde zo koud en eenzaam
en gaf zo’n troosteloos gevoel. Heb er maar vrede mee, mijn
kind. Jouw ouders zijn daar niet meer. Ze zijn opgenomen
in het Grote Licht. Geen koude en ontberingen meer,
opgenomen in liefde. Denk aan ze dat ze ’t goed en fijn hebben. Op
de plaats waar ze nu vertoeven is alleen oprechte liefde.
Natuurlijk ben je mens en mis je ze erg en als mens mag je
piekeren. Maar hierover piekeren is onterecht. Dat zouden je
ouders niet gewild hebben. Die zijn trots op je. Ga
door! Steek maar een kaarsje op voor een gezamenlijk liefdevol
kerstfeest. Je begeleider, in liefde |
|
|