|
Opgetekend:
26 januari 2024
Dit valt niet te winnen. Hier is geen
kruid tegenop gewassen. Daar lag ik dan,
aan het infuus in het Anthony van Leeuwenhoek ziekenhuis. De
druppeltjes vielen van mijn hoofd. De angst had bezit van mij
genomen. Ik keek naar de vrouw die naast mij zat. Ze had iets
weg van mijn moeder die helaas overleden was. Ze glimlachte zo
lief en veegde mijn tranen weg. Wat kun je nog zeggen tegen zo’n
lief persoon die wist dat ik deze strijd niet kon winnen? Dat ze
op mijn moeder leek, die ik binnenkort weer ging zien…
De ziekte met de -K-, ongeneeslijk. Als ik rondkeek op zaal
zag ik allemaal personen die opgegeven waren. Hoe lang zouden wij
allen nog leven? Ik verlangde naar de dood, ondanks dat ik er ook
bang voor was. Zou ik het door alle morfine die ze mij toedienden
niet meer voelen? Ik durfde het aan de dame naast het bed niet te
vragen. Ik voelde dat ik het alleen moest doen. Je komt alleen en
gaat alleen weg. Dit is mijn verhaal, hoe ik tot een
einde van mijn leven kwam. Een leven wat trouwens altijd goed voor
mij was. Daar lag ik dan, wachtend op het Allerhoogste. Ik had
daar vaak over nagedacht. Ik hoopte dat er werkelijk iets zou
bestaan tussen hemel en aarde. En na mijn overgang naar Gene Zijde
weet ik dit zeker. Als ik niet zo bang was geweest had ik daar
meer op kunnen vertrouwen. Ik wil ook nu graag doorgeven: Ze halen
je op in liefde, wees maar niet bang. En je mag doorleven aan Gene
Zijde. Ik wist het niet zeker, maar dood is géén einde.
Mijn aardse leven hield op. Ik kon het niet winnen van al die
pijnen. Voor ieder mens is er een begin en een einde. Ik wilde
graag dat dit opgeschreven werd om te vertellen: Hou je vertrouwen
en geloof. Je hoeft het allemaal niet alleen te doen. Nu mag ik
uitrusten en kijk met dankbaarheid terug op mijn leven. En ik wil
de mensen bedanken die voor mij gezorgd hebben… |
|
|
|