|
Opgetekend: 4 juni 2024
Alleen...
Natuurlijk niet alleen, maar zo voelde dat.
Als klein kind nestelde ik mij graag op
mijn moeders schoot. Verborgen en mij veilig voelen, dat was
zoals ik mij voelde. Altijd eenzaam en verlaten, al waren er
vele mensen om mij heen. Stil kon ik voor mij uit kijken en
fantaseren dat mensen mij lief zouden vinden. Leven
en opgroeien was voor mij een grote opdracht. Had ik maar
broertjes of zusjes gehad, dan had ik over mijn problemen kunnen
praten. Mijn ouders zagen het wel maar begrepen mij niet. “Ze is
zo introvert”, zeiden ze tegen hun vrienden en leefden gewoon hun
eigen leven. Ik dacht vaak: “is dit nu leven? Ik ben niet blij,
hoe kan dit…?” Hoe ouder ik werd hoe depressiever ik werd.
Niets was meer positief. Het leven, een opdracht en een enorme
kwelling. Toen ontmoette ik een vriend… Maar wat
jammer dat hij ook zo down was. Hij had mij immers kunnen helpen.
Misschien hadden wij wel een gelukkige relatie kunnen opbouwen.
Dat had mijn gedachten kunnen verzetten. Maar ook hij wilde niets.
Tot op een avond hij mij vroeg: “Ben jij wel gelukkig? Wil jij nog
wel leven?”. “Nee” zei ik, of daarna… Ja ik weet dat eigenlijk
niet. Hij had mij er mee overvallen. En hij vroeg: “Zullen wij er
samen een einde aan maken?” Na lang nadenken zei ik:
“Ja, dat wil ik wel”. Hij trok mij naar zich toe en deed een
bandje om mijn pols. Die verbond hij met zijn pols. “Hé
bloedbroeder”, zei hij, “Nu gaan wij samen de dood in”. En om dat
waar te maken zette hij in het huisje waar wij woonden de gaskraan
open. Ik werd steeds slaperiger, zakte weg en kreeg geen lucht
meer. En hij volgde. Wat hadden wij gedaan..? Ons
leven niet afgemaakt! Zelfmoord heet dat. Daar hingen wij dan
tussen hemel en aarde, als in een soort wachtkamer. En
uiteindelijk na lange tijd kreeg men medelijden met ons en werden
wij opgetrokken naar het Grote Licht. Nu willen wij
waarschuwen. Volg ons voorbeeld nooit op a.u.b., doe het niet!
Er is altijd nog wel iets de moeite waard. Wij zijn
aan Gene Zijde terecht gekomen en kunnen nu dit doorgeven. Maar
dat is niet altijd zo. Wij zijn opgetrokken omdat wij zo hulpeloos
waren. Maar als ons ego groot was geweest dan hadden wij onze tijd
moeten uitzitten. Nu hebben wij rust en overzien onze daden.
Dank voor deze kans die ons is geboden. |
|
|
|