De Witte Nevel.
Als in een witte waas, een nevel over de velden.
Heel in de verte klonk een stem. De stem van het zielendeel die vele
jaren zwervende was, op zoek naar de vervolmaking des levens.
Als in een doolhof, zich bezerend aan de scherpe struiken, struikelend over de vele obstakels.
Wanhopig zoekend naar de uitgang die hij in zijn diepste dromen had gezien,
maar waar hij niet bij kon komen.
Het 'licht' voor hem uit lopend, hij hoefde het alleen maar te volgen.
Maar zijn blinde ogen weigerden het zicht.
Als in een nevel hoorde hij een klaterend geluid, het geluid van een zacht bergbeekje.
In gedachten zag hij een groene alpenweide.
Hoog boven in de bergen, met de spitse toppen van de steile bergen.
Als hij daar eens mocht vertoeven, de warme zon kon voelen in zijn aangezicht,
de frisse berglucht opsnuivend.
Heel hard klinkt zijn stem, als een echo door de bergen: "Is er iemand die mij kan helpen?"
Ik heb het koud, heb pijn, en voel mij vaak zo eenzaam.
En het leven wat ik leidde was niet altijd prettig.
De jonkvrouwe in nood die ik af en toe tegenkwam, kon mijn hart niet bevredigen.
Ik wil geen Don Quichotte meer zijn.
En tegen windmolens vechten wil ik al helemaal niet meer. |
|
Nee, dan maar in de nevel, zoekend naar een dwaallichtje.
Eens zal toch alles duidelijk worden.
Daar ligt hij dan, het zielendeel.
Uitgestrekt op de grond, niet wetend dat de uitgang dichtbij is.
Dan denkt hij iets te horen.
Een zachte melodieuze stem die zijn hart verzacht.
Zal het dan echt die beelden, dat gevoel uit zijn dromen, zal dat ooit werkelijkheid worden?
Die vrouw uit duizenden jaren, die voelt als een compleet geheel.
Mag zij ooit bij de uitgang staan?
Dan schrikt hij op.
Hij ziet een prachtige witte figuur staan, die hem iets wil vertellen.
De witte figuur zegt:
Vele eeuwen was je zoekende.
Vanuit de kern was je gesplitst.
Jouw zielendeel, de vrouw, was al die tijd ook onderweg.
Jullie bestonden uit twee delen.
Nu na al die omzwervingen, al die lessen in goed en kwaad, leerde je door het duister te gaan,
jouw licht aan te wenden.
Een Goddelijke vonk is hierdoor vrijgekomen.
Het laat jouw 'blinde' ogen zien. Door te leren van vernedering en
pijn heb je je kleiner als klein gemaakt.
Als zielendeel ben je afgebroken. Je wordt nu weer opgebouwd, maar dan samen met jouw andere zielendeel.
En de witte figuur lachte en zei:
De tegenstelling is bezegeld.
Ga haar zoeken, de vrouw.
Zij die volledig op jouw aansluit.
Verbind je met haar voor de rest van al je levens.
Je handelen word bezield en het Godsplan gaat in werking. |