|
Opgetekend: 12 januari
2003...
In het diepe dal, tussen het weelderig groen, lopen de man en de vrouw, heel beschermend de armen om elkaar heen geslagen.
Vertederd kijkt de man naar de vrouw.
Zij lopen samen een gelijke tred.
Vele maanden van aantrekken en afstoten, de waarheid stond er steeds tussen.
Een koninklijk schouwspel waarvan de afloop al eeuwen bekend was.
Een koninklijke mantel er omheen geslagen als bescherming tegen de innerlijke koude.
De ster gaat voor hen uit en de thuishaven is in zicht.
Gij man wilt gij haar tot uw wettige wederhelft?
Gij vrouw wilt gij hem tot uw eeuwige metgezel?
Gij lieve man en vrouw wilt gij tot in lengte van dagen uw liefde voor elkaar steeds uitdragen?
Dan bent gij in liefde verbonden, eeuwig in liefde bij elkaar zonder dat de dood u kan scheiden.
Deze zielen zijn een onverbrekelijk paar.
In alle gelagen zijn uw zielen samengesmeed
tot de zuiverste bloem.
En uw leven zal vele vruchten dragen,
Tot in lengten van dagen. |
|
|