|
Opgetekend 29 januari 2003...
De man en de vrouw met een
glanzende kern,
door de eeuwen met onzichtbare draden aan elkaar verbonden.
Gesplitst tot twee dualiteiten,
elk hun stap zettend op hun eigen levenspad.
Maar met onzichtbare draden
leidend naar elkanders hart.
Vele stormen trotserend,
levens vol met strijd en macht.
Maar een innerlijk weten
dat er maar één thuisbasis is.
Twee prachtige diamanten, passend in een groot geheel, heeft God ooit geschapen,
als een volwaardig zielendeel.
Vele wateren ertussen,
levens uit elkaar gezet.
Het waterman tijdperk is ingegaan
om deze zielen voorgoed samen te laten gaan.
Wat deren dan die tijden,
om uit elkaar te zijn gehaald.
Hoe die jaren ook verlopen,
uiteindelijk hoeft men niet alleen te lopen.
De zielen worden dan aaneengesmeed
als men in wonderen blijft geloven.
Op het eindpunt komt men gezamenlijk aan
en zult u als een volwaardig zielendeel staan.
Strijd maar niet ertegen,
verzetten heeft geen enkele zin.
Alles zal feilloos verlopen,
de Vader vult de lijnen in.
Het Godsplan ligt te wachten,
wordt al gedeeltelijk weergegeven.
Maar nooit zal men stralender mensen zien
als het totale plan is ingevuld in dit leven.
Dan mag men samen werken,
in eerbied naar elkaar.
Samen Gods kinderen,
in een volmaakt zielenpaar.
Dat men het waar moge maken met Gods hulp.
Ezechiël. |
|
|