|
Het kostbare juweel wat al eeuwen verborgen zat in
diepe pullen, steekt zijn kopje naar boven. Gehavend, nog wel.
Scherpe kantjes nog niet totaal afgeslepen. Maar van een ongekende
schoonheid die je de adem beneemt.
Pure diamanten glanzen in het licht, door de eeuwen heen zo
verguisd. Men heeft getracht de glans te verwijderen en de
schoonheid te besmeuren. Maar heel fier komt hij weer omhoog. Met
veerkracht, na zware klappen, toont het zijn glans aan een ieder die
daar voor openstaat.
Mooi juweel, zoek uw wederhelft. Die na ook geslepen te zijn uw
glans kan versterken, om samen de kostbaarste diamant te vormen. Dan
zal de glans nooit meer verdwijnen en blijft het fier zijn
schoonheid verspreiden.
Geen beschadiging kan het meer teniet doen.
Hij is immers geslepen in liefde door Gods hand. |