|
Opgetekend: 4 oktober 2004... |
Een pulserend licht, voor twee mensenkinderen neergezet.
Omdat zij al eeuwen op zoek zijn naar 't ontbrekende stuk.
De stille en diepe eenzaamheid verklarend,
het altijd op zoek zijn naar iets of iemand..
Een uitgang tussen de rotsen, een baken in zee.
De korrel zand op 't helderwitte strand, de stappen in het
maanlicht.
Een deel wat zo goed past bij de andere zielenhelft, als zij na
eeuwen omzwervingen op 't verharde pad zijn aangekomen.
Zo'n barre zoektocht.
Het weten dat de ander er is maar zó weinig mogen schouwen zolang
men onder het kroost zit.
En daarna zuiverend de vele pijnen, die men de ander heeft
aangedaan. De scherven recht in het hart van juist diegene die zo
dierbaar is.
Een pulserend licht, voor twee mensenkinderen neergezet.
Hou vol, tot het stuk volledig past. Eens zal alles in elkaar
vallen.
Twee harten, twee zielen tot in lengte van dagen..
Zo belooft het Allerhoogste.. |
|
|