|
Opgetekend: 29 november 2004... |
|
Onder de groene lindeboom zit een
eenzame vrouw.
Haar liefde is verdwenen toen hij uit haar leven ging. Haar hart is
verwond, haar levenslust verdwenen. De eenheid die zij voelde is
rückloos verscheurd. De zoete gevoelens van de liefde, het
gekoesterde gevoel, heeft zijn vlucht genomen en nam haar ziel met
zich mee.
Twee afzonderlijke delen, al eeuwen samen op weg, maar geestelijk
gescheiden, verder uit elkaar dan ooit.
Twee zielen die moeten leren, waren in liefde bijeen gebracht. En
voor ze zich konden verbinden al van elkaar gescheiden.
Afzonderlijke lessen, een reis in de tijd. Geslepen tot in de kern,
om na lange omzwervingen elkaar te hervinden.
Dan is er reden tot blijdschap. Twee zielen herenigd in de kern.
Elkaar aftastend, flink bezeerd, maar met een grenzeloos vertrouwen
naar elkaar. Dan verdwijnen de gevoelens van pijn, een eenheid is
ontstaan. Eindelijk na alle beproevingen mogen zielen samengaan.
Het plan van het hogere verwezenlijken. Samen leven, samen verder
gaan. Hun blijdschap uit laten groeien, samen de beproevingen
aangaan. Dan blijven de tranen achter onder de groene lindeboom.
Geen pijn en eenzaamheid overspoelen haar, alleen maar het gevoel
van echt te leven.
Dat kan de weg van een ieder zijn die in het leven alles wil
ervaren. Maar pas als de zielenliefde komt dan valt alles te
dragen en komt de ziel tot bedaren.. |
|
|